Scope
De precieze inhoudelijke scope wordt voorbereid en vastgesteld in fase 1 van het project. Hierbij bevat bijlage 1 de thema’s die richting zullen geven aan de inhoudelijke wijzigingen van de KNA. Voor diverse thema’s is gedachtenvorming reeds gaande of kristalliseert zich reeds uit. Voor andere thema’s moet een eventuele gedachtenvorming nog starten.
​
Het proces van gedachtenvorming (wat wil het werkveld, hoe wil het werkveld dat), is onderdeel van de eerste fase van het project KNA 5.0. Het resultaat hiervan (een definitieve lijst met thema’s die in de KNA 5.0 moeten terugkomen wordt ‘bevroren’ als deelproduct 1.
Het daadwerkelijk verwerken van de definitieve lijst met thema’s in KNA 5.0 is onderdeel van fase 2 van het project en moet leiden tot de feitelijke teksten van KNA 5.0, zijnde eindproduct 1.
Tevens behoort tot de scope van het project het opzetten van een digitaal systeem, waarbinnen de inhoud van KNA 5.0 (BRL en protocollen) in modulen wordt aangeboden aan de gebruikers. Hiermee kunnen gecertificeerde organisaties de inhoud van KNA 5.0 flexibel, maar in een logische samenhang, toepassen binnen hun kwaliteitssystemen met werkprocedures en binnen hun onderzoeken.
De structuur van de KNA 5.0 moet hiertoe geschikt zijn. De beschrijving van deze structuur wordt ontwikkeld in fase 1 en leidt tot deelproduct 2.
Het daadwerkelijk opzetten van een digitaal systeem wordt uitgevoerd in fase 2. De inrichting hiervan gebeurt aan de hand van de voorlopige en later definitieve versie van KNA 5.0 en vormt eindproduct 2.
Scopewijziging tijdens het project
De Regiegroep KNA 5.0 doet aan het eind van fase 1 een voorstel voor de definitieve inhoudelijke scope van het project alsmede voor de structuur van KNA 5.0. Besluitvorming vindt plaats in het CCvD.
Het wijzigen van de lijst met thema’s of de structuur in fase 2 kan consequenties hebben voor het project met betrekking tot commitment, tijd, investering of doorlooptijd. Wijzigingen kunnen dan ook alleen plaatsvinden met medeneming van deze aspecten in de afwegingen en besluitvorming.
Scopewijziging vindt altijd plaats op voorstel van Regiegroep KNA 5.0 met besluit in het CCvD. Dit betreft:
-
de lijst van thema’s aanvullen op basis van actualiteit en urgentie van een onderwerp
-
een thema van de lijst afvoeren op basis van (tanende) voortgang of ontwikkelingen buiten KNA 5.0
​
Waterbodemarcheologie in KNA 5.0
Eén van de belangrijke onderwerpen bij KNA 5.0, is de waterbodemarcheologie. Het is uiteraard bekend dat in de Evaluatie Erfgoedwet vraagtekens zijn gesteld bij de wettelijke certificeringsplicht van waterbodemarcheologie. Maar gegeven deze huidige wettelijke verplichting, dient de KNA 5.0 ook voor waterbodemarcheologie te voorzien in actuele en relevante eisen. Daarbij biedt KNA 5.0 mogelijk wel opties tot verbetering van de waterbodem-archeologie-certificering.
Om deze opties te verkennen en later in te vullen, wordt een apart overleg gevoerd met de sector waterbodemarcheologie. Een dergelijk ‘ronde-tafel-overleg’ heeft als doel om richtingen aan te geven, waarmee de certificering van waterbodemarcheologie beter aangesloten kan worden op de huidige praktijk. Het kader voor het ronde-tafel-overleg is dus de scope en richting van de KNA 5.0. Uitwerking in normteksten geschiedt in fase 2.
Indien het overleg aanbevelingen oplevert die niet raken aan KNA 5.0 maar wel relevant zijn, dan zullen die aanbevelingen apart worden gericht aan het CCvD Archeologie die daar op basis van haar eigen afwegingen een vervolg aan kan geven.
​
Maatwerk, toevalsvondsten, brandweerklussen en wat dies meer zij
De KNA is in hoofdzaak gericht op de AMZ-cyclus. Dit loopt van Bureauonderzoek via PvE, IVO, Opgraven en Specialistisch onderzoek tot Deponeren. De eisen die de KNA hier aan stelt, passen echter niet altijd op de ‘uitzonderlijke situaties’. Maatwerk op specifieke vindplaatsen, omgang met toevalsvondsten, vindplaatsen in vrijgegeven gebied, allerlei situaties waar de KNA lastig hanteerbaar is.
Binnen KNA 5.0 wordt daarom verkend of voor deze situaties mogelijk andere (KNA-)eisen van toepassing kunnen zijn. Daarmee zou een breder palet aan ‘onderzoeksmogelijkheden’ binnen de KNA beschikbaar komen, dat beter aansluit op de verschillende uitzonderlijke situaties. Een verbetering voor zowel certificaathouders als hun opdrachtgevers. Het kader voor de verkenning is de scope en richting van de KNA 5.0. Uitwerking in normteksten geschiedt in fase 2.